Dit blad opent met een artikel van Rieffe en collega’s. Hun onderzoeksuitkomsten suggereren dat hoogfunctionerende jongens met ASS in de vroege tienerjaren goed inzicht hebben in de eigen affectieve en cognitieve processen, waarbij ook een zekere mate van zelfinzicht ten aanzien van de eigen (beperkte) mogelijkheden een rol speelt. De auteurs verbinden hieraan de conclusie dat behandeling en interventie beter afgestemd zouden kunnen worden op dit gegeven. Leontine ten Hoopen en Pieter de Nijs bezochten voor het WTA het Nationaal Autisme Congres 2010. Daarbij tekenden zij een betoog op van Warren Jones en Ami Klin die nader ingingen op kijkgedrag bij autisme. Zij wijzen er op dat mensen met autisme ander kijkgedrag laten zien dan personen zonder autisme. Eerstgenoemden fixeren zich op de mond, terwijl de controlegroep zich richt op ogen, neus en mond. Deze bevinding is vanuit gedragsbiologisch perspectief van groot belang.