Beperkingen in taal en communicatie behoren tot de diagnostische criteria van autisme. Taalproblemen bij autisme komen het duidelijkst naar voren wanneer taalbegrip het gebruik van context vereist. Niet duidelijk is echter bij welke soorten context deze problemen optreden. Om meer inzicht in de onderliggende processen te verkrijgen richtte het promotieonderzoek beschreven in dit artikel zich daarom op de verwerking van verschillende soorten context tijdens het begrijpen van gesproken taal in de hersenen van volwassenen met autisme en de stoornis van Asperger. De context van zinnen werd gemanipuleerd door de verwachting over de leeftijd, het geslacht, of sociale klasse van een spreker gebaseerd op de stem al dan niet te laten kloppen met de boodschap van deze spreker (spreker-zinnen). Daarnaast kregen luisteraars zinnen te horen waarvan de inhoud in strijd was met hun kennis over de wereld (wereldkennisschendingen), en zinnen met talige (semantische) schendingen. Met functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI) werd bij volwassenen met autisme en controleproefpersonen hersenactivatie gemeten, waarna geactiveerde hersenge-bieden met elkaar werden vergeleken. Verschillen in hersen-activatie tussen de autisme- en controlegroep bleken afhankelijk van het type contextinformatie. Voor de spreker-zinnen en de zinnen met een wereldkennisschending werden verschillen in activatie in linker en rechter inferieure frontale cortex gevonden; deze waren echter afwezig voor de semantische schendingen.
Nieuwsbrief Autisme Kennisbank
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Autisme Kennisbank en blijf op de hoogte!