De neuropsychologie van autisme en het gender-effect

De neuropsychologie van autisme en het gender-effect

Productgroep WTA 2024-4
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Op 30 april 2024 is er een literatuuronderzoek uitgevoerd via de database Psyc-Info, met zoektermen gericht op cognitieve en affectieve neuropsychologische domeinen bij meiden/vrouwen met autisme en jongens/mannen met autisme. Het onderzoek behelsde Engelstalige publicaties tussen 2014 en 2024. Veel studies moesten worden uitgesloten omdat de factor gender werd genegeerd. In totaal konden er zestien studies worden geanalyseerd, die voornamelijk gedragsvragenlijsten beschreven. De analyses tonen aan dat meiden/vrouwen met autisme in het dagelijks leven meer uitdagingen ervaren dan jongens/mannen met het executief functioneren, adaptief gedrag en emotieregulatie. Variabelen samenhangend met deze gender-effecten zijn de ernst van het autisme en intelligentie, waarvoor in onderzoek niet altijd werd gecorrigeerd. Niet alleen neurobiologische verklaringen van het gender-effect worden in dit literatuuronderzoek besproken, maar ook een aanvullende hypothese die stelt dat de ‘sociaal-emotionele lat’ voor meiden/vrouwen hoger ligt dan voor jongens/ mannen.

Following PRISMA guidelines, a literature search was conducted in the PsycInfo database on April 30, 2024, using terms related to cognitive and affective neuropsychological domains in girls/women with autism and boys/men with autism. Inclusion criteria included English-language publications between 2014 and 2024. Many studies had to be excluded since they ignored gender as a factor. Sixteen studies were analysed that primarily described behaviour questionnaires. Findings indicate that girls/women with autism face more challenges in everyday life with executive functioning, adaptive behaviour and emotion regulation. Influencing variables are the severity of autism and the intelligence, which were not always corrected for. Neurobiological explanations of the gender effect are discussed but also an additional hypothesis posing that the “social-emotional bar” is higher for girls/women.

Het onderzoek naar gender-verschillen laat zien dat meiden en vrouwen met autisme, vergeleken bij jongens en mannen, vaak laat of verkeerd worden gediagnosticeerd (Begeer et al., 2012), met alle negatieve gevolgen van dien (Louwerse et al., 2015), vooral voor de kwaliteit van leven (Ayres et al., 2017; Bargiela et al., 2016; Jadav & Bal, 2022). Het is alleen daarom al van belang om het gender-effect bij autisme verder uit te diepen.

De late/verkeerde diagnose zou kunnen samenhangen met het feit dat vrouwen, vergeleken met mannen, doorgaans ogenschijnlijk weinig problemen hebben met sociale interactie of communicatievaardigheden, waaronder lichaamstaal (Wood-Downie et al., 2020a). In werkelijkheid, evenwel, maskeren die meisjes en vrouwen hun sociale zwakheden, zowel bewust als onbewust (Constantino & Todd, 2005; Green et al., 2019; Hull et al., 2018, 2019; Lai et al., 2016; Wood-Downie et al., 2020a; Wood-Downie et al., 2020b). En wanneer dit ‘doen alsof ’ maar lang genoeg aanhoudt kan het leiden tot een ‘autistische burn-out’ (Spek et al., 2021; Spek et al., 2023).