Het is niet het meest voor de hand liggende koppel – autisme en humor – maar ze lijken elkaar eindelijk gevonden te hebben, tenminste als we af gaan op de manier waarop autisten – of beter, personages die zich ergens op het autistisch spectrum bevinden – de laatste jaren steeds vaker worden afgebeeld in romans, films en sitcoms.
In dit essay wil ik het nog onontgonnen terrein tussen autisme en humor proberen in kaart te brengen en ik zal daarbij vrijelijk putten uit films, tv-series, romans, en enkele flarden filosofische en psychologische literatuur. Waar autisten aanvankelijk vooral werden opgevoerd als vreemde maar soms ook (of juist daardoor) ook wijze en hoogbegaafde mensen die door hun vreemdheid iets van het menselijk tekort bloot wisten te leggen, daar zijn ze in een aantal recente romans, films en tv-series in de eerste plaats komisch. Kennelijk is het toegestaan daar als lezer en kijker zonder enig reserve om te lachen. Maar hoe moeten we die lach interpreteren?
Nieuwsbrief Autisme Kennisbank
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Autisme Kennisbank en blijf op de hoogte!