WTA 2023-2
Met name bij ontregeling kunnen autisme en narcisme op volwassen leeftijd veel op elkaar lijken en daarmee de psychiatrische classificatie bemoeilijken: is het een subtiele vorm van autismespectrumstoornis (inclusief Multiple Complex Developmental Disorder/MCDD), en/of dunnehuidnarcisme? Aan de hand van het psychoanalytisch model over de psychische huid en klinische voorbeelden wordt een poging ondernomen om verschillen tussen autisme en narcisme aan te geven. Op deze manier wordt geprobeerd fenomenologisch en psychodynamisch onderzoek op gang te brengen en de differentiaaldiagnostiek verder aan te scherpen.
SUMMARY
Autism and narcissism in adulthood can look similar, complicating psychiatric classification. Using the psychoanalytic model of the psychic skin, together with clinical examples, an attempt will be made to map differences between the two phenomena which may initiate phenomenological and psychodynamic research and sharpen differential diagnosis.
De huisarts is vaak het eerste aanspreekpunt voor mensen met ASS-gerelateerde klachten, waarbij steeds meer gebruikgemaakt wordt van de expertise van de praktijkondersteuner van de huisarts: de POH-GGZ. Hun kennis over ASS bij meisjes en vrouwen is via een semigestructureerd interview onderzocht in deze pilotstudie, evenals de voorkeuren voor kennisbevordering over dit onderwerp. De resultaten laten zien dat de mate van kennis varieerde, maar dat over het algemeen kennis over sociale communicatie, camoufl agetechnieken en intelligentieniveau aansloot bij wat bekend is uit de literatuur. Minder bekend waren onderwerpen zoals comorbide problematiek, bijzondere interesses en oogcontact. De informatievoorziening zou zich met name hierop kunnen richten, via onder andere webinars en korte informatieoverzichten.
SUMMARY
The general practitioner (GP) in the Netherlands is often the gatekeeper for individuals with autism spectrum disorder-related complaints. In recent years, GPs have made greater use of the expertise of mental health nurse practitioners. This study examined the extent of knowledge of mental health nurse practitioners about ASD in girls and women and their preferences for more information or education about the topic. The results of seven semi-structured interviews with mental health nurse practitioners indicate that the level of knowledge varied, but that in general knowledge of ASD and social communication, camouflaging techniques and intelligence level corresponds with what is known from literature. Less was known about the relationship between ASD and comorbid problems and the extent to which girls and women with ASD have special interests and can make eye contact. Information provision should therefore focus on these issues. This can be done through webinars, authorities in the field of ASD and articles and books, in which short information overviews were preferred.
Moeizame identiteitsontwikkeling heeft waarschijnlijk invloed op het welzijn van mensen met autisme door camouflagegedrag en impact op zelfbeeld/zelfconcept, zelfacceptatie en zingeving. Het doel van deze studie is om het verloop van de identiteitsontwikkeling bij autisme beter te begrijpen. Hiervoor zijn 14 mensen met autisme geïnterviewd. Participanten vertelden hoe opvattingen over ‘het zelf’ zich ontwikkelden, wat nodig is om je op je plek te voelen, zich authentiek in sociale omgevingen te kunnen gedragen, en over hoe de zoektocht naar zingeving verliep. Aanknopingspunten voor (zelf)ondersteuning in de identiteitsontwikkeling die naar voren kwamen zijn: het faciliteren van leermomenten, het beschouwen van autisme als een positieve sociale identiteit, authentiek leren zijn als product van wederzijds vertrouwen, en het leren nemen van concrete acties tot zelfrealisatie. In een vervolgproject zullen deze aanknopingspunten verder worden gebruikt om tot een geïntegreerde aanpak te komen die initiatieven bijeenbrengt die ondersteunen in de identiteitsontwikkeling.
SUMMARY
Problems with identity development probably affect wellbeing in autistic people through camouflaging behavior and associations with self-concept, self-acceptance and meaning of life. To improve our understanding of the process of identity development within autistic people, interviews were conducted with n=14 participants. Participants narrated about how their conceptualization of their ‘self ’ had evolved over time, the challenges of subsequently authentically presenting this ‘self ” in social settings, the necessities and requirements for fitting in, and their search for meaning. Potential avenues to aid identity development in autistic people include: facilitating learning opportunities, regarding autism as a positive social identity, asserting one’s authentic ‘self ’ as a result of mutual trust, and taking concrete actions towards self-realisation. In a follow-up project, these avenues will be combined into an integrated approach bringing together initiatives that aid identity development in autistic/neurodivergent people.
Dit artikel beschrijft hoe er op een innovatieve wijze een bijdrage geleverd kan worden aan de verdere professionalisering van muziektherapie voor kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis (ASS). Er is op basis van een literatuurreview en praktijkonderzoek een uniforme interventiehandleiding ontwikkeld: het Papageno Muziektherapie Programma (PMTP). Deze is stapsgewijs getoetst om indicaties te krijgen van de eff ectiviteit en werkzame elementen. Het verzamelde materiaal geeft inzicht in wat er gebeurt tijdens de muziektherapie en op basis daarvan is een eerste werkmodel ontwikkeld. Daarnaast geeft het aanwijzingen voor de eff ectiviteit van de behandeling en laat het zien wat de inzet van muziektherapie een kind met ASS op kan leveren. Het PMTP is er klaar voor om verder in de praktijk te worden toegepast, op basis waarvan de module verder onderbouwd en onderzocht kan worden.
SUMMARY
This article describes how music therapy for children and young people with an Autism Spectrum Disorder (ASD) can be professionalized. Based on a literature review and practical research, a uniform intervention manual was developed: the Papageno Music Therapy Program (PMTP). This was then tested incrementally to obtain indications of effectiveness and active elements. The evidence gathered provides insight into what happens during music therapy. Based on this, an initial working model was developed. In addition, it gives indications of the effectiveness of the treatment and shows what the use of music therapy can mean to an child with ASD. The PMTP is ready to be applied in practice and can be furthe substantiated and researched.
In de afgelopen jaren is het klinisch beeld van selectief mutisme gestaag verschoven van het moedwillig zwijgen in specifieke situaties en tegen specifieke personen naar angst om te communiceren in sociale situaties. Deze problemen in de sociale communicatie maken selectief mutisme voor clinici soms moeilijk te onderscheiden van autisme. Waar de classificaties autisme en selectief mutisme historisch gezien niet formeel naast elkaar mochten worden gesteld, is de actuele discussie of deze classificaties naast elkaar kunnen bestaan. Dit roept echter ook vragen op voor de klinische praktijk, waaronder wat de implicaties hiervan zijn voor diagnostiek en behandeling. In deze review gaan we in op deze vragen middels een bespreking van de recente literatuur en geven we concrete aanbevelingen voor clinici die met deze vragen worstelen in de praktijk.
SUMMARY
In recent years, the clinical view on selective mutism has shifted from willful silence in specific situations and with specific persons, to being anxious to communicate in social situations. These social communication difficulties make it challenging for clinicians to distinguish selective mutism from autism. Historically, selective mutism and autism could not be formally classified side by side. Currently, however, there is a debate about whether these classifications can co-occur. This raises questions for clinical practice, such as what this means for the diagnostic and treatment process. In this review we will discuss these issues based on recent literature, and we will provide clinicians with recommendations for clinical practice.