2010
Deze pilot studie (masterscriptie) had tot doel te onderzoeken in hoeverre de aanwezigheid van een autismespectrumstoornis bij normaal tot hoogintelligente jeugdigen een risicofactor is voor de ontwikkeling van delinquent gedrag. Over jeugdigen met een normaal tot hoge intelligentie met een autismespectrumstoornis (leeftijd tot 17;11 jaar, N=72, 60 jongens en twaalf meisjes) die in Nederland Yulius (voorheen RMPI-De Grote Rivieren) bezoeken, werden twee vragenlijsten ingevuld voor iedere jeugdige: De Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV) (Scholte & van der Ploeg, 2005) en een zelf opgestelde vragenlijst gebaseerd op het meervoudig risicomodel van Scholte & van der Ploeg, (2002). Naast de factor ‘psychische problemen ouders’ uit het meervoudig risicomodel vormt in deze pilot studie de triade van stoornissen, zoals geformuleerd door Wing (1996), een risicofactor voor het ontwikkelen van delinquentie bij jeugdigen met een normale tot hoge intelligentie met een autismespectrumstoornis. Door in de ontwikkeling van een jeugdige met een autismespectrumstoornis attent te zijn op de eventuele ontwikkeling van delinquent gedrag kan de weg vrij gemaakt worden voor vroegtijdige hulp.
Autismespectrumstoornissen (ASS) zijn niet te genezen, maar er bestaan wel interventies. De lijdensdruk van volwassenen met autisme uit zich vooral in depressieve klachten en de neiging tot rumineren (herhaaldelijk overdenken). Er is weinig tot geen wetenschappelijk onderzoek verricht naar de effectiviteit van behandeling op de lijdensdruk van volwassenen met ASS. ‘Mindfulness’ is een relatief nieuwe vorm van behandeling waarmee bij verschillende patiëntengroepen in het oog springende resultaten zijn behaald, met name bij de behandeling van recidiverende depressies. Mindfulness is een gestructureerde therapie die weinig vaardigheden vergt op het gebied van de communicatie en theory of mind. Om deze redenen lijkt deze therapie bij uitstek geschikt voor volwassenen met ASS. Uit de onderhavige pilot-studie blijkt dat volwassenen met ASS na de Mindfulness based Stress Reduction groepstherapie minder somberheidsklachten en negatief affect ervaren en minder rumineren. Op het gebied van positief affect is geen significante verbetering geconstateerd.
Het is belangrijk dat er aanbod ontwikkeld gaat worden, in de vorm van trainingen, therapieën of cursussen, waarbij de persoon met autisme concrete handvatten geboden wordt om zelf mee verder te kunnen. Het moet gaan om aanbod, dat niet zozeer op de omgeving is gericht, maar op de persoon met autisme zelf. Dus niet alleen de omgeving aanpassen, maar iemand zelf handvatten bieden. Leidraad hierbij zou, in mijn ogen, een gedegen visie op Herstel moeten zijn.
Veel aanbod gaat nog uit van het medisch-biologische denken, en hoewel autisme niet valt te genezen, wordt het aanbod nog redelijk in de traditie vanuit de somatische gezondheidszorg geplaatst. Hierbij is het denken in ‘diagnostiek’,‘behandeling’ en ‘medicatie’ leidend. Curedenken in een care-omgeving. Zelfs als er bij autisme wordt gesproken over ‘omgaan met’ en ‘levenslange beperking’ wordt de rest in dit aloude protocol gepropt. Dan kom je inderdaad niet verder dan psycho-educatie en het aanpassen van de omgeving. De persoon met autisme is hierbij dan een soort willoos, richtingloos, potentieloos ‘iets’, nog steeds in de passieve rol.
Tijdens het tiende Nationaal Autisme Congres in maart 2010 werd door prof. Chris McDougle van de Indiana University (USA) een overzicht gegeven van medicamenteuze mogelijkheden bij autisme. In dit artikel zullen we aan de hand van zijn lezing ingaan op dit onderwerp.
Medicamenteuze behandeling wordt bij autisme over het algemeen ingezet als er sprake is van ernstig probleemgedrag (voor de persoon zelf en/of zijn omgeving), als nietmedicamenteuze behandeling onvoldoende effect oplevert en als er een redelijk resultaat mogelijk is. Medicatie wordt met name gericht op doelsymptomen of zogenaamde targetsymptomen die vaak bij autisme voorkomen, zoals hyperactiviteit en afleidbaarheid, repetitief (herhalend) gedrag, prikkelbaarheid en agressie. Tot op heden is er nog geen medicatie beschikbaar voor behandeling van de kernsymptomen van autisme (zoals bijvoorbeeld de beperkingen in sociale wederkerigheid en communicatie), hoewel hier actief onderzoek naar wordt verricht.
Deze studie (masterscriptie) had tot doel te onderzoeken in hoeverre normaal tot hoogbegaafde jeugdigen met een autismespectrumstoornis (ASS) sociaal probleemgedrag en/of fundamenteel onthecht gedrag vertonen en in hoeverre dit gedrag samenhangt met een afwijkende morele ontwikkeling. De onderzochte sample (n = 72: 60 jongens en 12 meisjes) had een gemiddelde leeftijd van 11 jaar en bezoekt de Nederlandse instelling voor gezondheidszorg Yulius (voorheen RMPI-De Grote Rivieren). Het instrumentarium bestond uit drie vragenlijsten: de Sociaal Emotionele Vragenlijst, de Vragenlijst Fundamentele Onthechting en vijf items door de onderzoeker opgesteld inzake de morele ontwikkeling. De resultaten geven aan dat er bij de kinderen uit de onderzochte groep die sociale probleemgedragingen en/of fundamenteel onthecht gedrag vertonen sprake is van een afwijkende morele ontwikkeling, welke mogelijk te wijten is aan een gebrekkige empathie. De conclusie is dat extra hulp en ondersteuning inzake sociaal probleemgedrag en/of fundamenteel onthecht gedrag gewenst is bij normaal tot hoogbegaafde jeugdigen met een ASS.